NOVÉFLEX® VISIE Van VASTgoed naar FLEXgoed! De wereld verandert We wonen op verschillende plaatsen en reizen meer. Als mondianen rekenen we een steeds groter deel van de wereld tot onze persoonlijke leefomgeving. Daarbij veranderen onze maatschappelijke waarden van materieel naar immaterieel. We maken ons bijvoorbeeld meer zorgen over het milieu en over grondstoffen en velen zijn nu meer gericht op gebruik dan op bezit. Daarbij gaat kwaliteit voor kwantiteit. Kernwoorden bij voorgaande ontwikkeling zijn compact, comfortabel, flexibel en mobiel. Small is weer beautiful en less is more. Dit alles wordt mogelijk gemaakt door technologische ontwikkelingen (denk bijvoorbeeld aan de opkomst van de smartphone). Minder ballast DE ONTWIKKELINGEN Als we kijken naar de ontwikkelingen van woonvoorzieningen valt het volgende op. De klassieke woonvoorziening in de vorm van ‘een huis’, letterlijk vastgoed, is een vreemd statisch element in het rijtje flexibiliserende ontwikkelingen die ons steeds minder afhankelijk maken van een vaste fysieke locatie. Onze huizen zullen zich steeds verder ontwikkelen als (mobiele) vastgoedmachine(s) die anticiperen op: * Bovenstaande ontwikkelingen maken het mogelijk om met steeds meer mensen steeds dynamischer te leven. DYNAMIEK 21E EEUW: MOBIEL EN FLEXIBEL De maatschappelijke flexontwikkelingen De standaardiserende flexontwikkelingen De technologische flexontwikkelingen Nieuwe kansen Bekijk ook onderstaande visie-document of bel ons voor een gesprek: Wij delen en ontwikkelen onze visie graag! (helaas niet beschikbaar op mobiele apparaten) Filmpje
Iedereen moet flexibel kunnen wonen, zonder begrensd te worden door de beperkingen van ons huidige vastgoed.
We leven nu mobiel en flexibel. Steeds minder families wonen tientallen jaren op hetzelfde erf, oftewel: in vastgoed dat statisch is georganiseerd en dat is verankerd op een vaste plek. De trend is dat deze ’longstayers’ afnemen in aantal ten opzichte van de ‘quicksteppers’: mensen die steeds vaker verhuizen. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt bijvoorbeeld dat er jaarlijks 1,56 miljoen Nederlanders verhuizen.
De drang naar ’groot en massaal’ is op zijn retour en de ontwikkeling van onze steden blijft achter ten opzichte van onze steeds flexibelere levensstijl. Ons VASTgoed leidt aan Obesitas. De loodzware gebouwen met in steen verankerde spinnenwebben van leidingen en draden staan vol met installaties, apparaten, kasten en bergingen met (overbodige) spullen. Deze gebouwen vreten al energie voordat ze gebouwd zijn. Deze energie wordt gebruikt voor het transporteren van miljoenen kubieke meters materiaal over land, zee en door de lucht. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een infrastructuur van wegen, viaducten en havens waarvan de bouw op zichzelf ook weer grote transportstromen veroorzaakt. Dit alles is nog inefficiënter wanneer men ook de onvermijdelijke kosten meeneemt voor het renoveren of slopen en afvoeren van de hiervoor genoemde elementen. Een bijkomend minpunt is de geringe herbruikbaarheid van de gebruikte materialen.
De hoeveelheid energie om deze grote steden te realiseren en te laten functioneren, is gigantisch. Dit terwijl gebouwen vaak voor een te specifiek gebruik worden ingericht waardoor ze functioneel te snel afschrijven en leeg komen te staan. De gebouwen beantwoorden dan niet meer aan de wensen van de gebruiker. Deze manier van bouwen is milieuonvriendelijk, omslachtig en brengt op veel verschillende terreinen problemen met zich mee.
Door de ‘flex-ontwikkelingen’ van de afgelopen decennia zullen onze woonvoorzieningen in de komende jaren drastisch veranderen.
(door de veranderende maatschappij)
(door de wereldwijde verbindingen)
(door de vooruitgang van de technologie)
De oplossing voor deze problemen is het maken van voorzieningen die het mogelijk maken om ook in niet woongebouwen (tijdelijke) flexibele huisvesting te creëren en die de waarden van verschillende stakeholders integreren tot een all-in-one product. Een dergelijke voorziening is revolutionair op de vastgoedmarkt, zowel qua uiterlijk als qua functionaliteit en het beantwoord aan behoeftes uit verschillende disciplines. Op dit moment zijn deze voorzieningen er te weinig. Het moet daarom anders en het kan ook anders.